Dit gedicht vonden wij bij toeval, vanwege een post op NLSociaal, waar Humorgedichten haar filiaal heeft sinds het nevenkantoor op Quodari gesloten is. Wij geven u er een vertaling bij. Ongerijmd, zoals te doen gebruikelijk. ( #lightverse #humorpoëzie ) Ik ken een grappig mannetje, Zo stil als een muis, Die het kattekwaad op zijn geweten heeft Dat plaatsvindt in ieder huis! Er is nooit iemand die zijn gezicht ziet, En toch zijn we het er allen over eens Dat ieder bord dat we breken kapotgemaakt is Door meneer Niemand. Het is hij die altijd onze boeken scheurt, Die de deur op een kier laat staan, Hij trekt de knopen van onze hemden, En (wij hebben geen idee wat hij in deze regel doet - red.); Die piepende deur zal altijd blijven piepen Want, zeg ik je beleefd, je begrijpt, We laten het smeren over Aan meneer Niemand. Hij gooit nat hout op het vuur, Zodat ketels niet aan de kook kunnen raken, Het zijn zijn voeten die modder binnenbrengen, En alle kleden bevuilen. De kranten liggen altijd...
Het doet mij denken aan een gedicht van Jan Prins: Twee hanen hadden vrede. Een kip voegt zich erbij, en brengt de poppen aan het dansen......
BeantwoordenVerwijderen'Poppen' in de betekenis 'vrouwtjesvogels', dat lijkt me duidelijk. Is het het hele gedicht, dat je hier toont? Dan is het eerder een korte woordgrap. Is het langer? Stuur het dan vooral in.
VerwijderenTwee hanen hadden vrede. Een kip voegt zich erbij,
Verwijderenen brengt de poppen aan het dansen.
Liefde, reeds Troje storttet ge in ’t verderf, en gij
waart de inzet daar van de oorlogskansen,
toen zich de Xanthos kleurde met zelfs godenbloed.
Lang hielden de twee hanen in ’t gevecht zich goed.
In heel de buurt ging het gesprek over die heeren.
Al wat een kam droeg, kwam als kijker toegesneld.
Meer dan één Helena-met-veeren
viel aan den winnaar toe. Maar hij die lag geveld
verborg in de uiterste eenzaamheid zijn leed en schande.
Hij weende er om zijn glorietijd
en om zijn liefjes, die de winnaar van den strijd
voor zijne oogen bezat. Iederen dag weer brandde
zijn haat opnieuw en maakte hem van vechtlust dol.
Hij scherpte zich den snavel en sloeg zich de zijden
en stond tegen den wind te strijden,
van een jaloersche woede vol.
’t Bleek overbodig. De overwinnaar, van de daken,
kraaide zijn zegepraal luidruchtig uit.
Een grijpgier hoorde dat geluid,
en kwam met liefde en grootheid korte metten maken.
Al deze praal viel aan den rooversklauw ten buit.
Nu kwam voor de verlaten bruid
de mededinger weer te pas.
Maar denk eens aan, wat een spektakel
dat gaf van onderling gekakel,
daar hij met heel wat vrouwen was!
Op zulk een ommekeer is de Fortuin verzot.
Winst maakt zij tot verlies, gedraagt ge u onbezonnen.
Dus opgepast en op uw hoede voor het Lot,
juist, als ge een veldslag hebt gewonnen.
Jan Prins (1876-1948)
uit: Veertig fabels van Jean de la Fontaine (1940)
Ah, het is een fabel! Dat is voor Spreuken. Maar op dat gebied ben ik streng; ik gebruik uitsluitend éen vertaling. Wel zou ik deze vertaling erbij kunnen zetten, wanneer ik deze fabel post. Stuur je hem even in per mail? Mijn dank is groot!
VerwijderenPrachtig deze en ook zo leuk, ze willen niet samen met de peer.
BeantwoordenVerwijderenVooral de clou vind ik goed gevonden; een schilderij dat zich verhangt. ( ՞ٹ՞)
VerwijderenEen schilderij die zich verhangt, hihihihihihi .
VerwijderenHet kan zelfs twée dingen betekenen: een andere plaats vinden om te gaan hangen of zich opknopen. Heel mooi gevonden!
Verwijderen